Architect en socioloog Mári Glas (1968) buigt zich over noodlijdende vraagstukken in wetenschap en samenleving. Onder zijn redactie schrijven zijn (half)zussen Rémi ('55), Lis ('57), Mila ('68) en Ira ('83) Glas op hun Eigen Wijze met hem mee, over zelfgekozen onderwerpen. Waar het langer moet, laten zij hun ideeën rijpen op eikenhout en vullen hun eigen blogs hiermee. Waar het korter kán schenken zij hieruit gezamenlijk een Glaasje, van maximaal 300 milliliter, oftewel 300 woorden. Proost!


dinsdag 31 januari 2017

Ons Soort Samenleving (OSS)

In “Hun doel: dat wij nu elkaar beschuldigen” introduceert Tom-Jan Meeus de aanduiding “ons soort maatschappij”.*
Ons Soort Mensen (OSM) – gewoonlijk gebruikt voor de sociale en financiële bovenlaag – is genoegzaam bekend.**
Maar “ons soort maatschappij” is voor mij nieuw.
“Wij”: Ons Soort Maatschappij.
“Hun”: hún soort, dat klaarblijkelijk niet wil deugen.
Je moet er dus bij horen.
Bijvoorbeeld op grond van (bijzondere, hoogstaande) kwaliteiten.
Net als OSM eigenlijk.

Ter onderscheiding van OSM pleit ik voor de aanduiding Ons Soort Samenleving (OSS).
Niet te verwarren met ORS: een middel tegen uitdroging.
Waar ORS de fysieke vochtbalans herstelt, herstelt OSS de ratiobalans van het maatschappelijk lichaam.
OSS, tovermiddel tegen:
De ontwrichting van ons soort maatschappijen – naarmate wij minder met verstand en meer [met?] emotie reageren.*
Het goede nieuws is dat Meeus’ artikel nu eens niet gaat over mensen die onvoldoende “geïntegreerd” zijn.
Of misschien tóch?!
Zoals Wilders Moslims beschuldigt van achterlijkheid, zo beschuldigt Meeus populisten én hun achterban van achterlijkheid:
In feite wordt onze manier van leven al het hele jaar op de proef gesteld.
Onze levenswijze: “democratie”, (objectief!) “nieuws”, “rationele analyse”, “verstand”.
Aldus Meeus.
Dit in flagrante tegenstelling tot “een emotioneel overbeladen klimaat” waarin “persoonlijke getuigenissen” de boventoon voeren.

Neem Bommels trouwe bediende Joost, helaas het prototype PVV-stemmer:
'Er zijn te veel lieden, dat is de moeilijkheid. Als mijn partij het voor het zeggen had, zou de overheid krachtig ingrijpen.' De dienstbare Joost vertegenwoordigt De Kleine Man die bang is voor De Buitenlander.*** 
Typisch geval van een verstoorde ratiobalans:
Bij al dit soort gedrag [...] zien we telkens dat emoties het van het verstand winnen. Elke reclamemaker en spindoctor weet dat emotie de effectiefste vorm van communicatie is. Ráák mensen.*
“Elkaar beschuldigen” is echter géén oplossing, volgens Meeus.
Tenzij iemand “vergeven is van emotionaliteit”, natuurlijk.

Kortom: herstel uw ratiobalans.
Neem OSS!

Mári Glas (1968)


* Tom-Jan Meeus, “Hun doel: dat wij nu elkaar beschuldigen”, NRC Handelsblad, 19 december 2016.
*** Joost Pollmann, “Het grauw kent zijn plaats niet, uit de Volkskrant, 6 januari 2019

vrijdag 27 januari 2017

Biologisch: dáárom is geen reden!

Onlangs raakte ik aan de praat met een boer.
Schapen had hij, en (125!) koeien, maar óók gewassen.
Een gemengd bedrijf, zoals vroeger.
Omdat hij er artistiek uitzag (lang haar) en zachtaardig uit zijn ogen keek, zag ik hem per abuis aan voor een biologische boer.
Maar toen ik opmerkte dat ik uitsluitend biologische melk kocht, vroeg hij abrupt, op nogal scherpe toon: “Waaróm?!”.

Daar sta je dan: met je goeie gedrag én je mond vol tanden.
Oprecht doordróngen van de noodzaak om biologische melk te drinken.
Of liever: géén (maar wat doe je dan in de koffie?!).

Bij wijze van second best drink ik melk van koeien met horens.
Want, anders dan haar of nagels, zijn koeienhorens levende lichaamsdelen (zie afbeelding).


Koeienhoorn, doorsnede 

a) slijmvlies voorhoofdsholte 
b) bot 
c) bloedvatenrijk en 
pijngevoelig beenvlies 
d) lederhuid 
e) opperhuid. Zie ook WUR


Horens spelen onder meer een rol bij de stofwisseling, oriëntatie, evenwicht, waarnemingsvermogen, assertiviteit en kuddegedrag.
Een koe zonder horens lijkt dus op een kip zonder kop.
Maar voor de biologische melk van reguliere supermarkten zijn horens helaas een brug te ver.*

Overvallen door de vraag van de boer, zocht ik dus koortsachtig naar andere redenen.** 
“Omdat biologische koeien een beter leven hebben”, mompelde ik.
“Onzin”, verklaarde de boer, “mijn koeien hebben een geweldig leven. Ik heb de modernste melkmachine. Ze worden gemolken wanneer het hen uitkomt en lopen nóóit met overvolle uiers”.
“Biologische koeien mogen naar buiten?”, probeerde ik.
“Lekker is dat”, zei de man, “heb jij wel eens urenlang in de brandende zon in een weiland gestaan? Of in de striemende regen?”.
Hier had ik, zelfs als hardnekkig “buitenmens”, niet van terug.

“Maar het landschap...”, protesteerde ik zwakjes.
Dáár had ik een puntje, volgens de boer.
Maar je kan niet alles hebben, nietwaar?

Leermomentje.
Ook voor mijn broer, die invloedrijker(!) voorstanders van de reguliere landbouw met de door henzelf gepropageerde middelen (rationele argumenten!) van repliek wil dienen.

Mila Gras-Glas (1968)

* In biologische supermarkten wordt onder meer Demeter-melk verkocht, van koeien die hun horens wél mogen houden.
** Geen zorgen: ze zijn er! Voor de strenge eisen waaraan biologische veehouders moeten voldoen, zie bijvoorbeeld skal


woensdag 18 januari 2017

Onderwijs relativeren? Dát durf ik niet!

Peter de Waard hekelt de “obsessie met onderwijs” van politieke partijen.*
Onderwijs draagt volgens hem niet “per se” bij aan welvaart en economische groei.

Dit moet wel waar zijn, want de journalist bevindt zich in eminent gezelschap.
Zo is er volgens Harvard-econoom Lant Pritchett “geen greintje bewijs” dat “meer onderwijs leidt tot hogere groei”.
Daarbij leidt onderwijs, volgens Cambridge econoom Ha-Joon Chang, “hoogstens tot een rijker en onafhankelijker leven”.
Terwijl groei het hoogst bereikbare is.
Economisch, welteverstaan!
Verder stelt Chang dat er in groeiende(!) economieën juist behoefte is aan laaggeschoold dienstverlenend werk.

Hier is weinig tegenin te brengen.
In Global Cities zoals Londen dient een – grotendeels onzichtbare en voornamelijk uit zwaar onderbetaalde immigranten bestaande! – vloeibare onderklasse de, steeds excessiever wordende, behoefte aan diensten van de financiële elite.

Terwijl onderwijs van oudsher juist het domein van de middenklasse is.
In het bijzonder van de sociale stijgers.
Nu wil het geval dat global cities helaas niet zitten te springen om sociale stijgers.
In de woorden van een Engelse cartoonist:
Sorry folks! The social ladder is temporarily out of order.
Wel staat goed onderwijs aan de basis van een waarachtige meritocratie.
De kern ervan is immers dat toelatings- en examencriteria objectief zijn.
Voor de gevestigde orde een lastige hobbel om te nemen, maar voor de – bij voorkeur dienende! – onderklasse ronduit onwenselijk.
De Waards artikel eindigt als volgt:
Onderwijs is maatschappelijk gezien een groot goed, puur economisch is een land vol academici niet beter af. Wie 'onderwijs, onderwijs, onderwijs' roept, moet ook die relativering durven maken.
Durven?!
Durven is een heerlijk woord; Als je durft zoals het hoort. Weet je wat je durven moet? Al wat eerlijk is en goed. En als iemand je iets vraagt; Wat de naam van laagheid draagt; Zeg dan, wat er ook geschiedt; Frank en vrij: dát durf ik niet!**
Mári Glas (1968)

* Uit de Volkskrant, 26-10-2016, p31.

** Klassiek poëzie-album-versje