Architect en socioloog Mári Glas (1968) buigt zich over noodlijdende vraagstukken in wetenschap en samenleving. Onder zijn redactie schrijven zijn (half)zussen Rémi ('55), Lis ('57), Mila ('68) en Ira ('83) Glas op hun Eigen Wijze met hem mee, over zelfgekozen onderwerpen. Waar het langer moet, laten zij hun ideeën rijpen op eikenhout en vullen hun eigen blogs hiermee. Waar het korter kán schenken zij hieruit gezamenlijk een Glaasje, van maximaal 300 milliliter, oftewel 300 woorden. Proost!


dinsdag 27 september 2016

Een leermomentje in een asielzoekerscentrum

Op een open dag bezoek ik een asielzoekerscentrum(AZC).
Er zijn hapjes uit Eritrea en Afghanistan.
Verder kraampjes, van organisaties zoals Vluchtelingenwerk.
Maar vooral gele ballonnen en bezoekers, véél.

Een antropoloog, fulltime werkzaam als casemanager bij het COA, leidt ons rond.
Langs de wooneenheden, waarin acht vluchtelingen verblijven. 
Verdeeld over twee kamers voor drie, en één kamer voor twee personen.

AZC 's Gravendeel
Driepersoons kamers

"Ik ga altijd naar een vijfsterren-camping, maar daar is het minder mooi dan hier", merkt een bezoeker op.

Bewoners krijgen vierenvijftig euro handgeld per volwassene per week.
Voor kleding, eten, telefoon en het versturen van pakketjes.
Boodschappen doen ze in de supermarkt van het kilometers verderop gelegen dorp.
Want in dit centrum wordt – gelukkig! – zelf gekookt.

Achtpersoonskeuken, 
AZC 's Gravendeel

Fietsen zijn ter plaatse te koop (vijftien euro) en medische hulp is gratis.

"Veel vluchtelingen schijnen kapitalen te bezitten", merkt iemand op, "Bijvoorbeeld honderdduizend euro, en dat nemen ze meestal mee. Betalen zij de gemaakte medische kosten later terug?"
De antropoloog is even de kluts kwijt.
"Nee, dat geloof ik niet".

We passeren verschillende hulploketten. 
"Worden die mensen hier niet teveel gepamperd?", vraagt een bezoeker, "Ze zullen het later toch óók alleen moeten redden?”
“Nee hoor”, verzekert onze gids, “Laatst nog. Iemand wilde hier een kapperszaak beginnen, maar had geen gereedschap. Dan sturen we zo iemand dus zelf naar de dorpskapper. Om gereedschap te vragen. Oké, het mislukte, want hij kwam met lege handen terug. Maar daar leren ze dus wél veel van”.
Hier heeft de bezoeker niet van terug.

Een leermomentje dus, voor de vluchteling: in Nederland steken wij zélf de handen uit de mouwen.
Of is het vooral een leermomentje voor de plaatselijke middenstand?
“Die vluchtelingen denken maar dat ze alles gratis krijgen. Ze bedelen zelfs om mijn zuurverdiende gereedschap”.

Mári Glas (1968)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten