Architect en socioloog Mári Glas (1968) buigt zich over noodlijdende vraagstukken in wetenschap en samenleving. Onder zijn redactie schrijven zijn (half)zussen Rémi ('55), Lis ('57), Mila ('68) en Ira ('83) Glas op hun Eigen Wijze met hem mee, over zelfgekozen onderwerpen. Waar het langer moet, laten zij hun ideeën rijpen op eikenhout en vullen hun eigen blogs hiermee. Waar het korter kán schenken zij hieruit gezamenlijk een Glaasje, van maximaal 300 milliliter, oftewel 300 woorden. Proost!


zaterdag 25 maart 2017

Over schoonheid, troost én waarde

Het verband tussen schoonheid en troost kennen we van een serie interviews door Wim Kayzer: “Over de schoonheid en de troost”.*
Centraal hierin staat de vraag wát het leven de moeite waard maakt.
Blijkbaar hangen troost, schoonheid en waarde op een of andere manier met elkaar samen.

Waarde, niet te verwarren met Waarden: het wat passief en inhoudsloos lijkende broertje dat zijn – aanmerkelijk baziger! – grote broer Normen op de voet volgt.
Bij Waarden moet je de woorden eruit trekken.
Hij is onzeker: een gevaarlijke eigenschap in deze tijd.

Maar in Kayzers centrale interviewvraag komt de oudste broer helemaal niet voor.
Wel erkent de door Kayzer gesuggereerde samenhang – schoonheid, troost, waarde – het bestaan van lijden.
En daarmee de noodzaak van troost.
De titel suggereert bovendien dat troost voor een belangrijk deel uit schoonheid bestaat.

Alsof schoonheid een leven vol ongemakken zinvol zou kunnen maken.
Alsof je iets zou kunnen kópen voor troost.

Want wat gebeurt er als waarde vooral economisch wordt opgevat, onze landschappen steeds onaanzienlijker worden, en onafhankelijke mensen – ons ideaalbeeld van succes! – helemaal geen troost nódig hebben?
In zo’n klimaat heeft schoonheid haar beste tijd gehad.
Maar met de schoonheid verdwijnt helaas óók de troost.
En niet zelden álles wat het leven – malgré tout – “de moeite waard” maakt.

Aan moeder natuur zal het niet liggen.
Je kunt haar beschuldigen van grilligheid, traagheid, of gebrek aan doelmatigheid.
Meedogenloos is zij, en haar – hoewel ongerichte! – wreedheden veroorzaken altijd wel ergens leed.

Maar ze komt wel, overal en altijd, móói voor de dag.
Schoonheid lijkt de levensadem van de wilde natuur.

Maar schoonheid is subjectief, hoor ik een menigte brommen.
Is de gulden snede subjectief?
Overal in de natuur vinden we dezelfde getalsverhoudingen, die ook mensen al millenia – bewust of onbewust! - toepassen.

Schoonheid, troost én waarde: een heilige drie-eenheid?
Wordt vervolgd.

Mila Gras-Glas (1968)


* “Over de schoonheid en de troost”, Wim Kayzer, 2000

Geen opmerkingen:

Een reactie posten