Architect en socioloog Mári Glas (1968) buigt zich over noodlijdende vraagstukken in wetenschap en samenleving. Onder zijn redactie schrijven zijn (half)zussen Rémi ('55), Lis ('57), Mila ('68) en Ira ('83) Glas op hun Eigen Wijze met hem mee, over zelfgekozen onderwerpen. Waar het langer moet, laten zij hun ideeën rijpen op eikenhout en vullen hun eigen blogs hiermee. Waar het korter kán schenken zij hieruit gezamenlijk een Glaasje, van maximaal 300 milliliter, oftewel 300 woorden. Proost!


dinsdag 25 juli 2017

De laatste monumenten: leuk voor toeristen

Steeds vaker staan historische monumenten alleen.
Een raadhuisje, verloren tussen de torens.
Een molentje, verscholen achter een stalen loods.
Een solitaire woudreus, tot monument verklaard.
Verweesde steden en landschappen, beroofd van hun geschiedenis.

Met een groepje maken we een fietstochtje over het Groningse Hogeland.
Ik fotografeer drie historische schuren, op één erf.

Historische schuren op het Groningse Hogeland, omgeving Hornhuizen, 2017

"Wat vind jij hier nou mooi aan?", vraagt een deelneemster, "het is toch geen bijzondere architectuur?".
"Het zijn kathedralen", mompel ik, "landschapsbepalend, uniek voor het Hogeland en vaak honderden jaren oud".

Moet iets "bijzonder" zijn om (historische) waarde te hebben?
Bouwen is helemaal niet altijd heroïsch!
Net zomin als mensen, eigenlijk.

Dan komt het gesprek op Groningse borgen, de grote stenen huizen en kastelen van de (land)adel.
"Je kunt niet alles behouden", verklaart een andere deelneemster opgeruimd, "Je moet wél met je tijd mee".
"Ooit telde Groningen ongeveer tweehonderd borgen", zeg ik, "nu zestien. Er zijn er dus 184 verdwenen". 
Dit vinden alle deelnemers grappig.

Gelukkig staan veel historische schuren er nog.
Nu nog wel. 
Maar ineens gaat het om allerlei redenen - asbestsanering, verminderde bruikbaarheid, achterstallig onderhoud, aardbevingsschade - wel érg hard met de sloop.
Mede gesubsidieerd door de NAM, want voor stalen damwandschuren worden zelden mijnbouwschades geclaimd.*

Konijnen of vogeltjes moet je niet alleen houden.
Dan worden ze eenzaam.
"Het is zo leuk voor de kinderen", zeggen de ouders.
Maar eigenlijk hebben ze helemaal geen zin in konijnen, of vogeltjes.
Veel te veel gedoe.
Oké, eentje dan, na lang zeuren.
Eenzaam, maar tenminste te overzien.
En, belangrijker, de kinderen zijn gelukkig.

Zo is het nu met die paar overgebleven monumenten.
"Het is zo leuk voor de toeristen", zegt de gemeente.
Maar eigenlijk hebben ze helemaal geen zin in die ouwe troep.
Veel te duur, gedoe bovendien.
Oké, jullie mogen er eentje houden.
Tevreden?
En, belangrijker, de toeristen zijn gelukkig.

Mila Gras-Glas (1968)


* Attie Bos, "Boerderijen in het wierden- en dijkenlandschap", p. 36, 2017

Geen opmerkingen:

Een reactie posten