Architect en socioloog Mári Glas (1968) buigt zich over noodlijdende vraagstukken in wetenschap en samenleving. Onder zijn redactie schrijven zijn (half)zussen Rémi ('55), Lis ('57), Mila ('68) en Ira ('83) Glas op hun Eigen Wijze met hem mee, over zelfgekozen onderwerpen. Waar het langer moet, laten zij hun ideeën rijpen op eikenhout en vullen hun eigen blogs hiermee. Waar het korter kán schenken zij hieruit gezamenlijk een Glaasje, van maximaal 300 milliliter, oftewel 300 woorden. Proost!


woensdag 7 december 2016

Over snobisme

Niemand wil bekend staan als snob:
Iemand wiens gedrag gekenmerkt wordt door overdreven verfijndheid en die zich van anderen tracht te onderscheiden door een grote kennis van en liefde voor culturele zaken voor te wenden.*
Verschillende woordenboeken** geven vergelijkbare definities.
Maar wat zeggen die eigenlijk?
“Verfijndheid”: oké, maar “overdreven”, dá’s teveel van het goede!

Het voornaamste bezwaar lijkt het doen alsof: kwaliteiten voorwenden die je niet werkelijk bezit.
Met de bedoeling om je, met oneigenlijke middelen, béter voor te doen dan je bent.
Volgens gangbare definities is een snob dus bovenal een bedrieger.

Dergelijke definities zijn gebaseerd op enkele onuitgesproken veronderstellingen:
-   Mensen willen zich onderscheiden van anderen
-   Eenvoudig is dit allerminst (“tracht”)
-   Kennis over kunst, mits authentiek, is zo’n eigenschap die iemand bijzonder maakt
-   Wie beschuldigt van snobisme, werpt zich dus op als ontmaskeraar van pretentieuze of gesimuleerde kennis

Maar hoe beoordeel je de authenticiteit van kwaliteiten die je misschien zelf niet eens bezit?
Zo wordt elke uitblinker al snel veroordeeld tot snob.

Wie zijn deze beschouwers eigenlijk zelf?
Waarom sloven zij zich zo uit om bedriegers te ontmaskeren?
En vooral: is er, in deze wereld, ooit een overschot aan liefde voor kunst?

Alain de Botton omschrijft snobisme ondubbelzinnig als:
De onverbiddelijke overtuiging dat iemands maatschappelijke rang en zijn waarde als mens volstrekt met elkaar in overeenstemming zijn.***
Niks liefde voor kunst of oververfijndheid.
Deze omschrijving is kraakhelder.
Een snob, al dan niet kunstminnend, beoordeelt anderen uitsluitend op grond van bewijzen van maatschappelijke goedkeuring.
De snob als ultieme conformist, niet in staat tot een onafhankelijk oordeel.
Als gebruiker desnoods, die hogerop wil.
Goed getroffen, lijkt mij.

Helaas is hier de beoordelaar aan zet, in plaats van de veroordeelde.
Dat is confronterend, terwijl gangbare definities geruststellen.
Want wie is he-le-maal vrij van snobisme á la De Botton?

Mári Glas (1968)

* Kramers woordenboek Nederlands, eerste druk, 2002
** De Dikke Van Dale schrijft hetzelfde, maar met meer woorden
*** Filosoof en schrijver Alain de Botton, “Statusangst”, 2004

Geen opmerkingen:

Een reactie posten