Architect en socioloog Mári Glas (1968) buigt zich over noodlijdende vraagstukken in wetenschap en samenleving. Onder zijn redactie schrijven zijn (half)zussen Rémi ('55), Lis ('57), Mila ('68) en Ira ('83) Glas op hun Eigen Wijze met hem mee, over zelfgekozen onderwerpen. Waar het langer moet, laten zij hun ideeën rijpen op eikenhout en vullen hun eigen blogs hiermee. Waar het korter kán schenken zij hieruit gezamenlijk een Glaasje, van maximaal 300 milliliter, oftewel 300 woorden. Proost!


dinsdag 2 mei 2017

De sleutelrol van taal bij de productie van feiten

Op school is bèta het nieuwe Alfa, schreef ik.*
Want de bètavakken staan hoger in aanzien.

Alfa's zijn leidersfiguren binnen een bepaald (sociaal) verband, in dit geval de school.
Overtuigende leiders hebben iets voor op de rest.
Ze zijn bijvoorbeeld (slag)vaardiger, inspirerender, sneller of, tenmínste, intelligenter.
Noblesse oblige, nietwaar?

Maar zelfs een kind ziet het cruciale belang van een goede taalbeheersing.
Bijvoorbeeld voor (wetenschappelijk) onderzoek.
Zijn de bètavakken eigenlijk wel zulke overtuigende leiders?

Mijn vijftienjarige dochter zit in de debatclub van haar gymnasium.
Zij debatteert over maatschappelijk relevante onderwerpen.
Onlangs ging het over de vraag of uitkeringsgerechtigden al dan niet werkwillig zijn.
Haar vriendinnen - afkomstig uit welgestelde gezinnen - waren er al snel uit: "Uit onderzoek blijkt dat de helft van de bijstandstrekkers niet wil werken".

Zij zocht het uit.
Bij het CBS** vond ze de volgende grafiek:

Grafiek werkwilligheid niet-werkzame bevolking, 2014.
Bron Centraal Bureau voor de Statistiek

Maar de suggestieve gevolgtrekking gaf haar al te denken:
Van degenen die een bijstandsuitkering ontvangen en niet werken, wil iets meer dan de helft aan het werk.** 
Terwijl uit bovenstaande grafiek blijkt dat de 'onwillige' helft niet per se niet wíl werken, maar om diverse redenen – waaronder ziekte! – niet (volledig) kán werken.

Naar aanleiding van deze onderzoeksresultaten kopte het tijdschrift Binnenlands Bestuur doodleuk met:
SLECHTS HELFT BIJSTANDSONTVANGERS WIL WERKEN***
Interessante legendevorming!**** 
Mijn dochter werd er boos van.
Zij kent persoonlijk hoogopgeleide, harrrdwerrrkende mensen met bijstand.

Hieruit blijkt dat onderzoekers woorden én zinsbouw héél precies moeten toepassen, als getallen.
Want wat zeggen cijfers achter de komma, als vraagstellingen dubbelzinnig worden geformuleerd?
Als termen vaag omschreven zijn en/of klassieke drogredenen niet worden geschuwd?
Zelfs als alles goed gaat blijkt het voor journalisten, politici en beleidsmakers verrassend eenvoudig om valse argumenten als cruciale(!) feiten te presenteren.

Verontrustend, want wetenschap dient steeds vaker als feitenfabriek.
Voor de productie van (sociale) feiten, verkocht(!) als uitgangspunten voor beleidsvorming.

Mári Glas (1968)

* Zie ook Mári Glas, “Op school is bèta het echte Alfa”, 2 mei 2017
*** Binnenlands Bestuur, 16 juni 2016
**** Hier is sprake van een vals dilemma, een klassieke drogreden in de trant van: als de kat niet wit is, dan is ie zwart. Alsof er geen andere varianten mogelijk zijn. In dit geval: wel willen werken, maar niet kúnnen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten