Architect en socioloog Mári Glas (1968) buigt zich over noodlijdende vraagstukken in wetenschap en samenleving. Onder zijn redactie schrijven zijn (half)zussen Rémi ('55), Lis ('57), Mila ('68) en Ira ('83) Glas op hun Eigen Wijze met hem mee, over zelfgekozen onderwerpen. Waar het langer moet, laten zij hun ideeën rijpen op eikenhout en vullen hun eigen blogs hiermee. Waar het korter kán schenken zij hieruit gezamenlijk een Glaasje, van maximaal 300 milliliter, oftewel 300 woorden. Proost!


zondag 14 mei 2017

Een (snel!) verdwijnende wereld

Op de fiets zie ik een mij onbekend vogeltje, kwiek rondfladderend in een nog kale akker.
Rank, met felgele buik en een opvallend lange zwarte staart.
Op internet vind ik een gelijkend plaatje:

Grote gele kwikstaart. Bron: "Dorp in Vogelvlucht", Frans Hoppenbrouwers. 

Aangezien de gele kwikstaart “een uitgesproken voorkeur voor snel stromende beken” heeft was dit vermoedelijk een verdwaald exemplaar van deze “noordelijke broedvogel”.*
Op zoek naar een broedplaatsje in een - helaas gevaarlijk intensief bewerkte! - Hogelandse akker.

Bovenstaande afbeelding hoort bij een verhalenreeks waarin Frans Hoppenbrouwers (1940-2013) vertelt over zijn idyllische jeugd te Brabant.**
Mij was Hoppenbrouwers even onbekend als de gele kwikstaart.
Het dichten en schrijven – vele hoorspelen en boeken! – blijkt hij er zo’n beetje bij te hebben gedaan, naast een fulltime-baan.***
Maar evenals de gele kwikstaart – die het vogelzijn daarentegen fulltime uitoefent – mikt hij trefzeker op een plekje in mijn hart:
Daarbij is het natuurlijk niet helemaal eerlijk om de wereld uitsluitend vanuit menselijk oogpunt te bekijken. Ook dieren hebben recht op een woon- en verblijfplaats, met andere woorden: de aarde behoort niet uitsluitend toe aan de mens.**
Iets minder genuanceerd, in mijn eigen woorden:
Wij heb-ben dom-weg het recht niet om al-les wat leeft te offeren.
Gedachteloos, als vanzelfsprekend.
Aan denkfouten, een idee-fixe
vooruitgang, techniek of economische groei.

Als kind zwierf Hoppenbrouwers rond en observeerde de natuur.
Wat een opmerkingsgave, wat een kennis!
Maar veel van wat hij destijds ontdekte, bestaat niet meer, is zeldzaam, of wordt bedreigd.
Bovendien dwaalde, leefde, werkte, broedde en dichtte Hoppenbrouwers op minder intensief bewerkte maatschappelijke grond.
Welke hedendaagse fulltime-baan laat nog energie over voor schrijven, dichten én vertalen?
Bestaan zulke mensen eigenlijk nog wel?

Hoe kunnen we het tij keren?
De vooruitgang eist zijn tol, zodat er dingen verdwijnen.
Maar wat je niet kent – omdat het al grotendeels verdwenen is! – bescherm je niet.
Zelfs niet met alle techniek van de wereld.

Mila Gras-Glas (1968)

** Frans Hoppenbrouwers, “Dorp in vogelvlucht
*** Bron: Wikipedia

Geen opmerkingen:

Een reactie posten