Vaak
lijkt het héél wat, moderne consumptieappels.
Maar op de fruitschaal zijn ze al snel melig, met een plastic-achtige
schil.
Peren
slaan het rijpe stadium vaak helemaal over, of verbergen een rotte kern onder
steenachtig vruchtvlees.
In
het voorjaar eet je de bewaaroogst, uit de koelcellen.
Van mindere kwaliteit, want voortdurende beschikbaarheid heeft, natuurlijk, een prijs.
Maar
óók als de takken doorbuigen van het rijpste fruit, vind je frisse appels hooguit
in stalletjes langs de weg.
Terwijl
aardappels in het voorjaar stickers dragen met “nieuwe oogst”, kun je in het
najaar – de oogsttijd voor de Europese fruitsoorten – lang zoeken naar vergelijkbare
fruitstickers.
Wel
vind je adviezen, op internet.
“Probeer
een andere appel”, “zoek jouw favoriete merk”.
Want
keuzevrijheid maakt jou zélf verantwoordelijk!
Klagen
helpt niet, en voor alles is een oplossing.
Maar
je kunt appels proeven tot je een ons weegt.
Welke
je ook kiest, fris zijn ze in ieder geval nooit.
April
is de klassieke “opruimmaand”:
Juist in deze maanden worden de koelhuizen geleegd met daarin de bewaarde appels van de vorige oogst.**
Maar
in de oogsttijd blijken we eveneens uit koelcellen te eten:
U denkt dan de oogst van 2015 te eten maar de oogst van 2014 moet het eerst worden opgeruimd. U leest het goed. Een appel kan met moderne bewaartechnieken makkelijk twee jaar lang bewaard worden.*
Eenmaal uit de
koelcel, verloopt het rijpingsproces in een sneltreinvaart.
Met alle gevolgen van dien.
Want ook appels zijn nu “speculatieproducten”.**
Hoe
groter de voorraad, des te beter handelaren kunnen inspelen op de vraag.
Vanzelfsprekend
gaan de oudste appels eerst, óók in de oogsttijd.
Dankzij
de voortschrijdende techniek kunnen we appels straks misschien wel vijf jaar
bewaren.
Of
meenemen naar Mars, waar ze, als mummies, verpulveren zodra je ernaar wijst.
Maar mij hoor je niet klagen!
Ik plant alvast fruitbomen.
Ik plant alvast fruitbomen.
Mári
Glas (1968)
* IJsbrand
Velzeboer, Scienta Nova, 4 april 2016
Geen opmerkingen:
Een reactie posten