Architect en socioloog Mári Glas (1968) buigt zich over noodlijdende vraagstukken in wetenschap en samenleving. Onder zijn redactie schrijven zijn (half)zussen Rémi ('55), Lis ('57), Mila ('68) en Ira ('83) Glas op hun Eigen Wijze met hem mee, over zelfgekozen onderwerpen. Waar het langer moet, laten zij hun ideeën rijpen op eikenhout en vullen hun eigen blogs hiermee. Waar het korter kán schenken zij hieruit gezamenlijk een Glaasje, van maximaal 300 milliliter, oftewel 300 woorden. Proost!


vrijdag 12 mei 2017

Vroeger was . v r i j w i l l i g e r s w e r k . beter.

Vrijwilligerswerk is er altijd geweest.
Zonder vrijwilligerswerk zouden verenigingen en ideële organisaties nauwelijks kunnen draaien.
Geeft niks: vrijwilligers worden geleid door intrinsieke motivatie en werken binnen sociale verbanden, waarin geld geen (hoofd)rol speelt.
In uiteenlopende gradaties van vrijwilligheid, dát moet er wel bij.

Toch lijkt het besparen van geld een steeds belangrijker achterliggend motief voor nieuwerwetse(re) vormen van vrijwilligerswerk.
Onbezoldigde arbeid bij wijze van alternatief verdienmodel, zal ik maar zeggen.
Waarmee vrijwilligerswerk plotseling een nieuw (sociaal) domein betreedt: dat van het geld.
Hierover valt veel te zeggen, dat niet in één Glaasje past.
Ik schreef er mijn afstudeerscriptie over.*
Een (klein) vaatje vol.

Cartoon: Fran Orford

Ik kwam er weer op door een column** van Ionica Smeets, over sterrenkundige en televisiepresentator Chriet Titulaer.
In 1969 becommentarieerde Titulaer de maanlanding.
Wat opvalt is dat hij hiervoor liever geen salaris ontving.
Een pijnpuntje voor de omroepstichting, want aan betaalde krachten kun je eisen stellen.
Daar had Titualaer, juist bij deze legendarische gebeurtenis, geen zin in.

Mij gaat het hier om de inmiddels idyllisch aandoende suggestie dat je aan onbezoldigde krachten géén eisen kunt stellen.
Andere tijden, terug naar de Onze:
Een maanlanding verslaan op je eigen voorwaarden, kom daar nog maar eens om.
Aldus Smeets.
Hoewel onbetaald werken nu eerder regel is dan uitzondering.
Want in onze participatiesamenleving “is er geen geld”, terwijl het werk - vanzelfsprekend! - gedaan moet worden.
Maar eigen voorwaarden?
Hedendaagse vrijwilligers tekenen “vrijwilligerscontracten” waarin rechten en plichten nauwkeurig omschreven worden.
Bijvoorbeeld het enigszins cryptische “recht op minimaal vier weken verlof”.
Juridisch gezien betekent dit alles tussen de nul en de tweeënvijftig weken.
Desondanks wekken dergelijke contracten de indruk dat vrijwilligers niet per definitie “recht” hebben op méér.
Laat staan dat vrijwilligers naar eigen inzicht werken, zoals Chriet.

Vrijwilligerswerk in de jaren tien: geen verbetering.
Al is dat natuurlijk subjectief.
Want géld scheelt het.

Mári Glas (1968)

** Ionica Smeets, “Chriet Titulaer was grappiger dan alle mensen die hem nadeden”, de Volkskrant, 29 april 2017

Geen opmerkingen:

Een reactie posten