Als
je wat ouder wordt, ga je vergelijken.
“Vroeger
was alles beter”, dat verhaal.
Zo
ben ik twee keer afgestudeerd.
Eerst bouwkunde (TU-Delft, 1995), vervolgens sociologie (Erasmus Universiteit, 2015).
Twintig
jaar: een wereld van verschil.
In
Delft koos ik zelf mijn docent(en) en gaf mezelf een opdracht.
Dat laatste kostte mij al een jaar.
Het uitwerken ging gelukkig sneller: een
fantastische en vooral erg leerzame tijd!
Mijn
begeleider nodigde mij soms thuis uit.
Later,
in Rotterdam, leek “zelluf” doen nauwelijks meer een optie.
Het
lijstje met mogelijke(!) onderwerpen was angstaanjagend kort.
Er
staan dingen op die onderzoekers wensen te delegeren, wat op zichzelf al te denken
geeft.
Je
docent krijg je overigens cadeau bij je onderwerp.
Als
een pak wasmiddel bij aanschaf van een wasmachine.
Al
kun je natuurlijk selecteren op docent.
Maar
dán krijg je een onderwerp op de koop toe.
Niet
zelden wordt het tweede of zelfs derde keus en krijg je de – eerder/elders verzamelde! – data er ook nog bij.
Vanzelfsprekend inclusief een prefab-literatuurpakket.
Vanzelfsprekend inclusief een prefab-literatuurpakket.
Wekenlang
werk je in groepjes, op (lang!) vooraf bepaalde tijdstippen.
Met
elke week een opdracht: lees dit, analyseer dat, schrijf een
concept-onderzoeksvoorstel.
De
onderzoeksresultaten mag je helemaal zelf schrijven.
Maximaal
tienduizend woorden, geproduceerd in drie zorgvuldig gestructureerde maanden!
Want
daarna is jouw docent helaas vrijwel onbereikbaar.
Dankzij
een sluiproute koos ik zelf docenten en bepaalde in overleg met hen een
onderwerp.
Zo leerde
ik toch nog zelfstandig onderzoeksvoorstellen schrijven, literatuur selecteren,
eigenmondig interviewen en een onderzoeksproces structureren.
In
dat jaar lag de bovengrens gelukkig nog nét bij vijftigduizend woorden.
Het kan verkeren!
Hiervoor zijn uiteenlopende redenen aan te voeren.
Zo krijgen universiteiten voor elke afgestudeerde student een bepaalde hoeveelheid geld.
Hiervoor zijn uiteenlopende redenen aan te voeren.
Zo krijgen universiteiten voor elke afgestudeerde student een bepaalde hoeveelheid geld.
Terwijl
“eeuwige studenten” naar verhouding weinig opleveren, maar veel kosten.
Kostbare tijd vooral, van overwerkte onderzoekers.
Heel
efficiënt, zeker.
Maar
vroeger was afstuderen béter.
Mári
Glas (1968)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten