In zijn
(mini)serie “Vroeger was alles beter” vergeet mijn broer het belangrijkste: vroeger
was onze toekomst beter.
Voor
mijn generatie betekent vroeger: de jaren zeventig.
Deze
milliseconde in de wereldgeschiedenis blijkt, achteraf gezien, uniek.
Nou ja:
in het vrije West-Europa.
Misschien
uitsluitend te vergelijken met het Athene onder Perikles.
Dat wil
zeggen: voor de vrije(!) mánnen.
Wijwoonden destijds aan de rand van de Amsterdamse Bijlmermeer.
Niet bepaald
een plattelandsidylle, maar gelukkig evenmin in “zo’n” flat.
Ondanks
het overdreven aandoende medelijden van Friese familieleden was het daar, voor
ons kinderen, lang niet gek.
Parkeerkuilen,
brede stoepen, sloten en massa’s “opgespoten land” en dijkjes om te ravotten.
“Lelijke”
eenden in alle kleuren van de regenboog.
Vooral
onze jongste leerkrachten waren fantastisch:
die legendarische babyboomers.
die legendarische babyboomers.
Enthousiaste
dromers en idealisten, rebellen en artistiekelingen.
Ze
rotzooiden maar wat aan – met een kunstenaar als schoolhoofd! – en juist dáárom
was het onderwijs nooit eerder zo inspirerend.
Twintig
kinderen per klas, dat hielp natuurlijk wel.
Alles
zou alléén maar beter worden, meenden wij.
Enfin,
we weten hoe het is afgelopen.
Inmiddels
pleegden enkele favoriete leraren zelfmoord.
Anderen
– verstandig geworden! – rentenieren.
Zelfs
de jongste leraren van mijn dochter heten geen Jan, maar Jansen (meneer!).
Toch herinner ik me hardnekkig een periode:
die welzijn niet aan louter welvaart mat, ons toekomst gaf als eeuwig onderpand.*
Om de
woorden van een dichter nog maar eens te lenen.**
Maar
het bleek een kaartenhuis, wiebelend op een gasbel.
Inmiddels
zijn deskundigen het eens: oorlog is dé grote gelijkmaker.
Die
hoopvolle seventies blijken dan ook vooral
de erfenis van een gruwelijke wereldoorlog.
Cynisch
nietwaar?
De
ongelijkheid neemt nu alweer decennialang elke dag toe.
Klimaatverandering
én de zesde grote extinctiegolf hangen als een zwaard boven ons hoofd.
Zelfs
ons “eeuwig onderpand”, de toekomst van niets minder dan onze planeet, staat op
het spel.
Mila
Gras-Glas (1968)
* Frans
Hoppenbrouwers, “Dorp in vogelvlucht”
**
Zie ook: Mila Glas-Gras, “De dichter en de Paradijstheorie”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten