Architect en socioloog Mári Glas (1968) buigt zich over noodlijdende vraagstukken in wetenschap en samenleving. Onder zijn redactie schrijven zijn (half)zussen Rémi ('55), Lis ('57), Mila ('68) en Ira ('83) Glas op hun Eigen Wijze met hem mee, over zelfgekozen onderwerpen. Waar het langer moet, laten zij hun ideeën rijpen op eikenhout en vullen hun eigen blogs hiermee. Waar het korter kán schenken zij hieruit gezamenlijk een Glaasje, van maximaal 300 milliliter, oftewel 300 woorden. Proost!


vrijdag 28 oktober 2016

Een jonge ree.

Statistisch gezien betekent het niets.
De gebeurtenis was even onvermijdelijk als toevallig.
Elk jaar wordt pakweg tien procent van de reeënpopulatie door het verkeer gedood.
Maar ik krijg het nu pas op papier.

Zomer 2016, noordwest Friesland, coulissenlandschap.
Met man Peer, Do(chter) en mijn zwangere zusje Ira rijden we met 70km/u over een provinciale weg.
Peer aan het stuur, ik ernaast.
Direct voor en achter ons een aaneengesloten reeks auto’s, zojuist bijeengedreven door een geopende brug.
Direct naast ons een bosje, van de weg gescheiden door een smalle sloot.

Het gebeurt zodra ik het ree zie.
Een klap, rechts voor me.
Er stuitert iets door de lucht.

Peer parkeert op de oprit van een vrijstaand huis, zo’n honderd meter verderop.
De auto direct achter ons stopt ook.
“Er was er nog één”, zegt Peer, “een grotere. Die was net op tijd weg. Ik kon niets doen”.
De koplamp is stuk, en ter plekke loopt vloeistof uit de auto.
“Wij hebben geluk gehad”, zegt Peer, “zo’n hert kan óók op je voorruit komen.”

In de sloot vinden we het ree, een kleintje.
Helemaal gaaf, en prachtig.
“Je kon niets doen”, zegt ook de man achter ons, “er waren tegenliggers, ik reed vlak achter je. Ze sprongen over de sloot, vanuit de duisternis van het bosje”.

Uit het huis komt een vrouw.
“Het gebeurt hier zó vaak”, zegt ze.
“We wonen hier mooi. Maar die weg is véél te druk.”
Ze serveert koffie.
De politie komt snel, en gaat zelf kijken, “we vinden het wel”.
De chauffeur achter ons vertrekt.

Wat later komt er iemand van de reiniging.
Deze keer lopen we wel mee.
“Ik ruik het al”, zegt de man.
Te snel.
Vliegen, troebel water.
Het stinkt, inderdaad.

Dichter bij het huis, in de sloot, ligt nóg een ree.
Al in ontbinding.

Mila Gras-Glas (1968)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten