Nog voordat ik de trein van
Groningen naar Rotterdam zou pakken stonden de ongemakken van voorgaande keren me
alweer levendig voor de geest.
Vooral de symfonie van ondefinieerbare geluiden.
Geritsel, afkomstig uit de
“oortjes” van medereizigers.
Echt hard is het geluid
meestal niet.
Daarom durf ik er –
zelfs in de stiltecoupé – niets van te zeggen.
Ook omdat ik
meestal de enige ben, zonder oortjes.
Moest ik niet gewoon
met mijn tijd mee?
Hoewel ik lange treinreizen
associeer met lezen, lezen, en nog eens lezen, houd ik tenslotte óók van
muziek.
Maar mijn oude
telefoon (zie afbeelding 1) doet het nog, dus(!) ik heb geen smartphone.
Afbeelding 1. Mila's telefoon (doet het nog!) |
Toen dacht ik aan die draagbare cd-speler, met oortjes.
Het lijkt gisteren
dat we deze kochten, om Do(chter) tijdens lange autoritten zoet te houden.
Het apparaat ligt al
jaren onderin een lade.
Want zij heeft wel een
smartphone, mét oortjes.
Met nieuwe
batterijen kreeg ik ‘m (zie afbeelding 2) aan de praat.
Ik koos cd’s die
geschikt leken als achtergrondmuziek voor langsflitsende boerderijtjes.
Afbeelding 2. Mila's draagbare cd-speler (doet het nog!) |
Vrijdagavond, studentenavond.
Zover het oog reikte
waren alle medereizigers ingeplugd.
Smartphone in de
hand en – vaak – een laptop op schoot.
De man tegenover me
tikte zelfs ritmisch met zijn voet, zijn knie gezellig tegen de mijne.
In de typpauzes trommelde
hij erbij, op zijn laptop.
Wie niet tikte,
typte of swipete, staarde voor zich uit.
Toevallig kruiste
mijn blik zo’n starende blik.
Toen begon het lekken.
Terwijl ik mijn
medereizigers één voor één ostentatief bekeek glimlachte ik, veelbetekenend.
Naar de in mijn
richting starende blik - die echter morsdood bleef.
Want een wagon vol
ingeplugde mensen is niet grappig, maar bloedserieus.
Mijn eigen kans om
aan te haken had ik nu definitief verspeeld.
Als versteend hield ik me koest, tot Rotterdam.
Zonder oortjes.
Zonder oortjes.
Mila Gras-Glas
Geen opmerkingen:
Een reactie posten