Architect en socioloog Mári Glas (1968) buigt zich over noodlijdende vraagstukken in wetenschap en samenleving. Onder zijn redactie schrijven zijn (half)zussen Rémi ('55), Lis ('57), Mila ('68) en Ira ('83) Glas op hun Eigen Wijze met hem mee, over zelfgekozen onderwerpen. Waar het langer moet, laten zij hun ideeën rijpen op eikenhout en vullen hun eigen blogs hiermee. Waar het korter kán schenken zij hieruit gezamenlijk een Glaasje, van maximaal 300 milliliter, oftewel 300 woorden. Proost!


zaterdag 29 april 2017

Een Rommeldams Dilemma

In mijn straat, in het Oude Noorden van Rotterdam, ligt rommel.
Troep.
Teringzooi.
Soms vliegen de restanten van Mac Donalds-maaltijden zó uit een autoraampje.
Van mijn buren zelfs.
Keurig ingepakt, dat wel.
In zo’n eco-kleurig papieren mini-tasje.

Uit hoeveel onderdelen bestaat een Mac Donalds-maaltijd, inclusief wegwerpservies en dito bestek?
Dát weet je zodra de meeuwen komen.

Meteen oprapen is dus wel zo handig.
Zo was tenminste mijn instinctieve reactie.
Maar terwijl ik bukte twijfelde ik al.
Stiekem gluurde ik omhoog.
Stonden ze daar nou, achter de gordijnen?
“Pas op je hoofd buurman, daar komt nóg een vuilniszakkie”.
Ik lijk wel gek, dacht ik: ik ben hun dienstbode niet!

Vervolgens vroeg ik advies, aan mede-Rommeldammers.
Wat zou jij doen?
Volgens sommigen zou je wel gek zijn, om andermans teringzooi op te ruimen!
Maar in participatiekringen bleek het “Gij zult zwerfvuil rapen” de eerste van een reeks ongeschreven Geboden.
De vraag van wie de rommel afkomstig was leek er eigenlijk helemaal niet meer toe te doen.
“Het ligt er toch? Pak een bezem en doe wat gedaan moet worden!”, aldus een participatieprofessional met een indrukwekkende staat van dienst.

Van de weeromstuit gingen mijn hakken in het zand.
Al las ik ergens dat een blijmoedige Haarlemmer elke week twee uur op pad gaat, met vuilniszak en papierprikker.
En niet ééns uitsluitend in zijn eigen buurt!
Maar in Haarlem spreken ze ABN.
In Haarlem, zo stelde ik me voor, kun je na twee uur prikken zelfvoldaan op huis aan.
“Mijn stad is schoon”.
En, niet onbelangrijk, "ík ben een goed mens".
Maar in Rotterdam krijg je van je eigen straatje al een burnout.
Toch?!

Toegegeven: ik probeerde beiden.
Beurtelings, afhankelijk van mijn stemming.
Eindelijk ben ik er nu uit: opruimen geeft méér gemoedsrust.
Mits NIET dwangmatig.
Dát moet er wel bij, in Rommeldam.

Mári Glas (1968)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten