Om mijn dochters
hartje te horen kloppen heb ik nu nog een dokter nodig.
Voor een naam luister ik voorlopig naar de hartslag van onze tijd, een tijdperk van jagers.
Jagers, ja.
Rovers, zo je wilt.
Rovers, zo je wilt.
Lees Luyendijk.
Ooit was het anders.
Juist bij jagers en
verzamelaars.
Volgens wetenschapsjournaliste
Nathalie Angier* worden jagers ten onrechte éérst genoemd.
Want jagers (mannen)
waren onberekenbaar.
Hun – incidentele! –
buit droeg nauwelijks bij aan het gezinsinkomen.
Maar verzamelaars (vrouwen) voorzagen in het dagelijks "brood".
Deze oermoeders –
durf ze eens achterlijk te noemen! – waren wat je noemt financieel
onafhankelijk.
Groepsgewijs werden lastige mannen - ADHD is zo oud als de wereld - in bedwang (op afstand) gehouden.
Groepsgewijs werden lastige mannen - ADHD is zo oud als de wereld - in bedwang (op afstand) gehouden.
Mét de landbouw
verkregen mannen het monopolie over de voedselvoorziening, en daarmee over de voortplanting.
Zo verschenen
hekjes, bordjes en verboden.
Nota bene rond sinds mensenheugenis openbare(!) veldjes met eetbare gewassen.
Rond vrouwen zélf werden muren opgetrokken.
Alles om die kostbare
eicellen veilig te stellen: de enige volmaakt ronde – niet toevallig de
sterkste vorm in de natuur! – menselijke lichaamscellen, bewaarplaats van het
familiekapitaal.
“Verboden toegang
voor onbevoegden”: motto van deze tijd.
De eitjes het klokje
rond bewaakt.
Als goudgele(!) goudstaafjes in de kluis van de Nederlandsche Bank.
Doopnamen veranderden mee.
De allernieuwste
trend in (jongens)namen: Nero, Rover, Storm.
Ook gehoord:
Vileine.
Want vrouwelijke agressie uit zich nog altijd liefst indirect.
Angier pleit daarentegen voor
herwaardering van openlijke vrouwelijke
agressie.
Want overleven, dat
moet je tóch.
Ronja dan maar?
Naar Lindgren’s Roversdochter**.
Past dit een kind van onze (rovers)tijd?
Je kinderen zijn je kinderen niet [...] Je mag hun lichamen huisvesten, maar niet hun zielen, want hun zielen toeven in het huis van morgen, dat je niet bezoeken kunt. (Kahlil Gibran)
Au, daar schopt ze
al!
Vanuit het huis van
morgen, dat ík niet bezoeken kan.
Protest?
Ik moet afwachten, denk ik, én luisteren.
Naar háár.
Ira Glas (1983)
* Nathalie Angier, “De vrouw. De waarheid over
het vrouwelijk lichaam”, 1999
** Astrid Lindgren, “Ronja de
Roversdochter”, 1981
Geen opmerkingen:
Een reactie posten