Volgens kunstenaar Miró wachten verstandige ouders met keuze
van de doopnaam, totdat een baby geboren is.
“Dat is een Bas”, denk je, als je die Bolle Billetjes ziet.
Blijkbaar zijn er weinig verstandige ouders.
Vroeger vernoemde men vooral naar familieleden.
Als het kind overleed, gaf je de “vervangers”(m/v) gewoon dezelfde
naam.
Mits van hetzelfde geslacht, natuurlijk.
In “De dode zusjes van oma Grietje” beschrijft onze familievriend Sal Garim het gezin waaruit mijn oma
afkomstig was.
Omdat ik net als mijn vader een nakomertje ben, heb ik haar –
geboren in 1888! – nog bewust meegemaakt (zie ook: grietglas.blogspot.nl).
Zij was de zevende Grietje op rij.
Dat kon, want de andere Grietjes overleden in hun vroegste
kindertijd.
De naam Grietje leek dus weinig geluk te brengen.
Mijn overgrootouders waren blijkbaar niet erg bijgelovig.
Ze hadden zich de naam in de kop gezet.
Als de pasgeborene de klei was, dan was Grietje de mal waar zij in moest passen.
Schrijft Sal.
Bij zijn jongste kind stond mijn vader (Jacob) erop, om de naam
bij het kind te laten passen, en niet omgekeerd.
Mijn ouders kozen dus pas nadat ze mij een etmaal “op zicht”
hadden.
Een zwaar etmaal, want ik bleef huilen.
Precies na vierentwintig uur stopte ik.
Maar toen was Jacob al
bij de burgerlijke stand geweest.
Hij verkoos het gehuil als teken van “pit” te zien.
Ira dus, woede in het Latijn.
Toegegeven: het pást.
Nu verwacht ik zelf een dochter.
Nog zo'n anderhalve maand te gaan.
Hoe te kiezen?
Een oude, wijze man in de roman "Urania"(2005), van Jean-Marie Gustave Le Clézio, heet Jadi.
Een heldere, zachte, wereldse, wijze, androgyne naam.
Vrolijk rood en geel, volgens mijn 'synesthetische' broer.
Een heldere, zachte, wereldse, wijze, androgyne naam.
Vrolijk rood en geel, volgens mijn 'synesthetische' broer.
Bovendien betekent Jadi antilope.
In het Navajo, een Indiaanse taal.
In het Navajo, een Indiaanse taal.
Maar wát als mijn dochter niet op een hertje lijkt, of op een wijze man?
Ira Glas (1983)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten