Kinderopvang
blijkt niet overal even goed*.
Vooral
crèches in grootstedelijke achterstandswijken presteren
slecht.
Etalagecrèches worden ze genoemd: voordelige kinderopvang achter voormalige winkelpuien.
Etalagecrèches worden ze genoemd: voordelige kinderopvang achter voormalige winkelpuien.
Ze zitten vaak in arme buurten, meestal aan doorgaande wegen. De buitenruimte is klein, de luchtkwaliteit belabberd.*
Net als het woningaanbod in diezelfde buurten eigenlijk.
Hadden we dit niet kunnen voorspellen?
Er is immers jarenlang bezuinigd, op de kinderopvangtoeslag.
Noodgedwongen haakten onbemiddelde ouders af, of accepteerden een
ondermaats product.
Alle waar naar zijn geld, nietwaar?
Maar nu zijn de “achterstandskinderen” dubbel de klos: vanuit Driehoog
Achter naar de Etalagecrèche.
Niet voor het eerst blijken experimenten met de samenleving onbedoelde(!)
gevolgen te hebben!
Helaas vooral voor de zwakste leden.
Als het moeilijk wordt hebben we gelukkig onze wetenschappers.
In dit geval hoogleraar Kinderopvang Ruben Fukkink.
Volgens Fukkink, in onvervalst marktjargon, slaan “zwakke spelers” hun slag in
achterstandswijken.
De hoogleraar heeft nog een andere verklaring (=in theorie een statistisch relevant verband tussen twee variabelen):
Het kan zijn dat ouders met een lagere sociaal-economische status meer moeite hebben slechte kwaliteit te herkennen of minder kritisch zijn.*
“Het
kan zijn” klinkt niet bepaald degelijk, uit een wetenschappelijk geschoolde
mond.
Borrelpraat, ongehinderd door theoretische onderbouwing.
Stel
je de eventuele achterliggende artikelen voor: “Ouders met lagere sociaal-economische
status gebrekkige neus voor fijnstof”, of “Armoedzaaier maalt niet om (buiten)ruimte”.
Een
etalagecrèche-eigenaresse komt dichter bij een verklaring:
We hebben hier veel alleenstaande moeders. De meesten zijn blij dat hun kind schoon is en gegeten heeft. Ze stellen verder geen vragen.*
Gewoon een kwestie van overleven dus, oftewel: prioriteiten
stellen.
Daarbij willen hogeropgeleiden in haar buurt niet werken, en:
We kunnen hun salaris ook niet betalen.*
Niet overtuigend, meent Fukkink, al "hoort hij het vaker".
Volgens de wetenschapper lijden dergelijke ervaringsdeskundigen
aan een “calimerocomplex”.
Naar de calimero-theorie.
Zou ie bestaan?
Ira Glas (1983)
* Volkskrant, “Opvang naar inkomen”(p8-9),
22 november 2016
Geen opmerkingen:
Een reactie posten