Architect en socioloog Mári Glas (1968) buigt zich over noodlijdende vraagstukken in wetenschap en samenleving. Onder zijn redactie schrijven zijn (half)zussen Rémi ('55), Lis ('57), Mila ('68) en Ira ('83) Glas op hun Eigen Wijze met hem mee, over zelfgekozen onderwerpen. Waar het langer moet, laten zij hun ideeën rijpen op eikenhout en vullen hun eigen blogs hiermee. Waar het korter kán schenken zij hieruit gezamenlijk een Glaasje, van maximaal 300 milliliter, oftewel 300 woorden. Proost!


dinsdag 22 november 2016

Van Driehoog Achter naar de Etalagecrèche

Kinderopvang blijkt niet overal even goed*.
Vooral crèches in grootstedelijke achterstandswijken presteren slecht.
Etalagecrèches worden ze genoemd: voordelige kinderopvang achter voormalige winkelpuien.
Ze zitten vaak in arme buurten, meestal aan doorgaande wegen. De buitenruimte is klein, de luchtkwaliteit belabberd.*
Net als het woningaanbod in diezelfde buurten eigenlijk.

Hadden we dit niet kunnen voorspellen?
Er is immers jarenlang bezuinigd, op de kinderopvangtoeslag.
Noodgedwongen haakten onbemiddelde ouders af, of accepteerden een ondermaats product.
Alle waar naar zijn geld, nietwaar?

Maar nu zijn de “achterstandskinderen” dubbel de klos: vanuit Driehoog Achter naar de Etalagecrèche.
Niet voor het eerst blijken experimenten met de samenleving onbedoelde(!) gevolgen te hebben!
Helaas vooral voor de zwakste leden.

Als het moeilijk wordt hebben we gelukkig onze wetenschappers.
In dit geval hoogleraar Kinderopvang Ruben Fukkink.
Volgens Fukkink, in onvervalst marktjargon, slaan “zwakke spelers” hun slag in achterstandswijken.
De hoogleraar heeft nog een andere verklaring (=in theorie een statistisch relevant verband tussen twee variabelen):
Het kan zijn dat ouders met een lagere sociaal-economische status meer moeite hebben slechte kwaliteit te herkennen of minder kritisch zijn.*
“Het kan zijn” klinkt niet bepaald degelijk, uit een wetenschappelijk geschoolde mond.
Borrelpraat, ongehinderd door theoretische onderbouwing.
Stel je de eventuele achterliggende artikelen voor: “Ouders met lagere sociaal-economische status gebrekkige neus voor fijnstof”, of “Armoedzaaier maalt niet om (buiten)ruimte”.

Een etalagecrèche-eigenaresse komt dichter bij een verklaring:
We hebben hier veel alleenstaande moeders. De meesten zijn blij dat hun kind schoon is en gegeten heeft. Ze stellen verder geen vragen.*
Gewoon een kwestie van overleven dus, oftewel: prioriteiten stellen.
Daarbij willen hogeropgeleiden in haar buurt niet werken, en:
We kunnen hun salaris ook niet betalen.*
Niet overtuigend, meent Fukkink, al "hoort hij het vaker".
Volgens de wetenschapper lijden dergelijke ervaringsdeskundigen aan een “calimerocomplex”.

Dat wordt zoeken, in de wetenschappelijke literatuur.
Naar de calimero-theorie.
Zou ie bestaan?

Ira Glas (1983)

* Volkskrant, “Opvang naar inkomen”(p8-9), 22 november 2016

Geen opmerkingen:

Een reactie posten