Architect en socioloog Mári Glas (1968) buigt zich over noodlijdende vraagstukken in wetenschap en samenleving. Onder zijn redactie schrijven zijn (half)zussen Rémi ('55), Lis ('57), Mila ('68) en Ira ('83) Glas op hun Eigen Wijze met hem mee, over zelfgekozen onderwerpen. Waar het langer moet, laten zij hun ideeën rijpen op eikenhout en vullen hun eigen blogs hiermee. Waar het korter kán schenken zij hieruit gezamenlijk een Glaasje, van maximaal 300 milliliter, oftewel 300 woorden. Proost!


dinsdag 22 november 2016

Wij zijn allemaal emo-eters

Zet vrouwen bij elkaar, en ze praten over (di)eten.
Gisteren nog.
Vrijwel alle aanwezigen(35-plus) waren (iets) te zwaar.
“Ik las dat je drie soorten dikkerds hebt”, verklaarde een vijftig(st)er, “Emo-eters, mensen die geen verzadiging voelen, en mensen met een genetische aanleg voor overgewicht. Zelf ben ik een emo-eter”.

Een genetische afwijking voorziet tenminste in een excuus.
Maar in de praktijk ben je ongeneeslijk dik, en nagewezen word je tóch wel.

Dan liever een “emo-eter”.
Zo’n officiële categorie geeft enige troost.
Je hoort ergens bij.
Helaas bevat de verwijzing naar emoties wél een veroordeling.
Er ís iets met je.
Erger nog: het is psychisch.

Categoriseren is natuurlijk een wetenschappelijke kerntaak.
Homo Obesus ‘Emot(ic)us’, ‘Insatiabiles’, Geneticus’: dat werk.
Een andere wetenschapstaak is het opsporen van oorzakelijke verbanden, waaronder de schuldvraag.
Vooral psychologen wringen zich in de onmogelijkste bochten om onbeheersbare (wereld)problemen middels individuen te verklaren.
Zoals bijvoorbeeld overgewicht, hoewel inmiddels een “individueel” probleem van dehalve(!) Nederlandse bevolking.

Massaal een overmatige eetlust als gevolg van onderdrukte emoties?!
Of allemaal (genetisch!) geprogrammeerd om ons buikje vol te eten, zodra het kán?
Emoties zijn immers gewoon signalen.
Honger is niets anders dan een – bezwaarlijk te veronachtzamen! – emotie.

Ik dacht aan een dagboekfragment van Etty Hillesum*:
In plaats van je maag te verpesten door teveel te eten en je kinderachtige woede te richten op alle heerlijkheden...
Wilde zij haar woede daarentegen op zichzelf richten?
Maar dat is precies wat een “emo-eter” – volgens psychologen – doet!

Niet toevallig herinner ik me haar “kinderachtige woede” op “heerlijkheden” beter dan haar daaropvolgende aansporing.
Wat ik zeggen wil: laat je niets wijsmaken!
Zolang honger een emotie is, zijn “emo-eters” geen uitzondering, maar regel.

Ís het wel zo kinderachtig om onze woede (collectief!) te richten op – doelbewust op onweerstaanbaarheid ontworpen en daartoe chemisch gemanipuleerde – etenswaren, of liever: op de producenten ervan?

Mila Gras-Glas (1968)


* Etty Hillesum, Het verstoorde leven, 1981

Geen opmerkingen:

Een reactie posten