Maatschappelijk geslaagde mensen
schrijven hun succes vaak grotendeels toe aan persoonlijke verdiensten:
hard gewerkt, ontélbare tegenslagen
overwonnen.
Dat is ongetwijfeld allemaal waar.
Maar om te winnen zijn verdiensten als
talent, vlijt en volharding weliswaar noodzakelijke, maar onvoldoende voorwaarden.
Want er is méér nodig.
Al weet niemand precies wat.
Toch is er niets geheimzinnigs aan
winnen.
Er kan er gewoon maar eentje de beste
zijn.
Naar aanleiding hiervan een
vergelijking, waarin koeien staan voor individuen, melk voor kwaliteit, en
winnen voor winst.
De kwaliteiten van zowel koeien als
mensen zijn een gegeven.
Produceren zit hen in het bloed,
ongeacht (onvermijdelijke) individuele verschillen in kwaliteit en kwantiteit.
Maar winnen is, evenals winst, vooral
afhankelijk van de vraag.
Zo konden de gevolgen van het onlangs
opgeheven melkquotum niet uitblijven: nóg meer megastallen en, uiteindelijk,
een melkoverschot.
En dientengevolge voor álle betrokkenen
minder winst.
In een competitief systeem als het onze
winnen dus uitsluitend de sterksten, de grote spelers.
Zo verliezen zowel producten (melk) als
kwaliteiten (het vermogen om te produceren) aan waarde.
Zodra vele anderen nét iets talentvoller,
volhardender, ijveriger zijn, kunnen kwaliteiten zelfs overbodig worden.
Het verwarren van merites/melk met
succes/winst is de bron van hardnekkige misverstanden en vervelende
(onbedoelde!) gevolgen.
Stel je bent in aanleg succesvol: je “kan”
wel wat.
Maar een ander – goedgebekt bovendien –
eveneens.
Evenals een derde: een aantrekkelijke,
goedgebekte nét-werker.
Uiteindelijk zijn er bijna uitsluitend
verliezers.
Evenals in de moderne veehouderij.
Intensieve menshouderij.
Gevolg: megastallen, volgepakt met – op
onnatuurlijke mega-uiers doorgefokte – superkoeien.
Melkoverschotten.
Boterbergen.
Of een onoverbrugbare kloof tussen
enkele overbelaste supermensen en vele gemarginaliseerde losers met (onvermoede!) kwaliteiten.
Meritenmoerassen.
Talententerpen.
Karaktercontainers.
Zonde!
En de zeldzame geluksvogels branden op.
Wél verhoogt elke verliezer de waarde
van een schaarse podiumplek.
In een bij uitstek competitief systeem
is een overmaat aan losers dus de tweede noodzakelijke voorwaarde om te winnen.
Rémi Glas (1955)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten