Architect en socioloog Mári Glas (1968) buigt zich over noodlijdende vraagstukken in wetenschap en samenleving. Onder zijn redactie schrijven zijn (half)zussen Rémi ('55), Lis ('57), Mila ('68) en Ira ('83) Glas op hun Eigen Wijze met hem mee, over zelfgekozen onderwerpen. Waar het langer moet, laten zij hun ideeën rijpen op eikenhout en vullen hun eigen blogs hiermee. Waar het korter kán schenken zij hieruit gezamenlijk een Glaasje, van maximaal 300 milliliter, oftewel 300 woorden. Proost!


zaterdag 12 november 2016

"The Big Five": keurmerk voor personen.

In “Misbaksels, beter voorkomen dan genezen?” noemde ik de Big Five Persoonlijkheidstest.
Dit is een uit de VS afkomstig:
Degelijk en adequaat beoordelingsinstrument [...] om iemands belangrijkste eigenschappen snel en betrouwbaar te meten en te beschrijven*
Het gaat om een talige meetmethode.
Daarom is het vreemd dat de vijf basisvariabelen nogal eens wisselen van gedaante.
Misschien ligt het aan de Nederlandse vertalingen.
De oorspronkelijke begrippen zijn: openness, conscientiousness, agreeableness, extraversion and neuroticism.

De tegenstelling introvert-extrovert is de minst dubbelzinnige.
De overige kernwaarden lijken – ook in het Engels! – vooral containerbegrippen.
Je kunt eraan ophangen wat je wilt.
Zo wordt agreeableness soms vertaald met vriendelijkheid, maar dan weer met inschikkelijkheid of met onbaatzuchtigheid.
Openness slaat op intellectuele autonomie.
Maar ook op avontuurlijkheid, wat iets anders is.
Conscientiousness wordt zowel vertaald met gewetensvolheid, als met zorvuldigheid.

Hoe serieus kun je testresultaten nemen, als de basisdefinities al voor meerdere uitleg vatbaar zijn?
Vaag of niet: dit beoordelingsinstrument dient als referentiekader in wetenschappelijkonderzoek”.
De test wordt zelfs veel gebruikt, nota bene in gevallen waarin “de DSM-IV tekortschiet bij de diagnostiek vanpersoonlijkheidsstoornissen”.

Moedig legt Frank haar hoofd op het hakblok.
Na beantwoording van meerkeuzevragen blijkt zij weinig hulpvaardig, mensenschuw én emotioneel instabiel.
Ze was dan ook een “nukkig” kind en een vréselijke puber.
Is er sprake van een persoonlijkheidsstoornis?

Gestoord of niet: Frank is wél gepromoveerd, en een veelgeprezen wetenschapsjournaliste bovendien.
Haar indringende documentaire werd bovendien gelauwerd.

Dit alles is vermoedelijk geen verrassing voor Susan Cain, die het in “Quiet” opneemt voor de introverte mens.
Volgens Cain wordt extraversie in het westen schromelijk overschat.
Terwijl het leeuwendeel van de indrukwekkende prestaties op naam staat van eenzelvige individuen.
Het leveren van langdurige, eenzame inspanningen is immers onbegonnen werk voor extroverts, die hun energie vooral halen uit gezelschap.
“Quiet” bracht eerherstel voor de introverts.
Hoog tijd voor herbezinning op de overige (Grote?!) Vier.

Rémi Glas (1955)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten